top of page
  • Foto van schrijverJoost van Ladesteijn

KWALIFICATIE PARTIJBEDOELING

Op 6 november 2020 oordeelde de Hoge Raad dat de bedoeling van partijen geen rol speelt bij de vraag of de overeenkomst moet worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst.

Dit arrest heeft veel pennen in beweging gebracht en is nog steeds actueel. Dit arrest is niet zwart-wit in zijn geheel beschouwd. Het toont de methodiek van rechtsbescherming bij contractsvrijheid, de gelaagdheid van ons burgerlijk wetboek, van begrensde rechterlijke discretie en vrijheid in gebondenheid. Het toont de gevolgen van historische politieke keuzes en noodzakelijk dubbelzinnig recht door democratisch totstandgekomen wet- en regelgeving als één rechtsbron naast anderen met erkenning van vereiste open normen als redelijkheid en billijkheid.


Uitgangspunt van ons burgerlijk recht is contractsvrijheid. Partijen bepalen wat tussen hen geldt. Zij bepalen de inhoud van de overeenkomst. Welke werkelijkheid in dat kader geldt, is een uitlegvraag. Daarbij zijn alle feiten en omstandigheden relevant, waaronder de partijbedoeling en de feitelijke uitvoering. Bij uitstek.


Na juridische vaststelling daarvan dienen die rechtsfeiten te worden gekwalificeerd op basis van de geldende juridische systematiek, in casu artikel 7:610 BW, rekening houdende met andere rechtsbronnen. Dat is onafhankelijk van de wensen van partijen. Bij uitstek.


Ik kan daarmee het arrest an-und-für-sich volgen. In plaats van de term “overeengekomen” in rechtsoverweging 3.2.3 had ik liever het woord “geldende” gelezen. Dat zou ook beter aansluiten bij rechtsoverweging 3.4 van Groen/Schroevers. Het zijn de geldende rechten en verplichtingen over en weer die de overeenkomst inrichten, waarna kwalificatie plaatsvindt van de vastgestelde geldende inhoud van de overeenkomst.


Er is niets zo praktisch als een goede theorie. Wat betekent dit voor de praktijk? Al dan niet terecht, bestaat ruis en wordt de trias-leer van stal gehaald. En dat in verkiezingstijd. Dit levert steevast meer honger naar procedures op. Ondernemers dienen voorbereid te zijn, trends te lezen en daarop concreet te anticiperen. Dat kan, te meer aspecten als ongelijkheidscompensatie en wezen gaat voor schijn constanten zijn in tijden van verandering. Ondernemers dienen fundamenteel strategisch te doordenken wat zij hoe en wanneer waarom willen bereiken met hun personeel in een versnellende wereld, waarbij ook door digitalisering zaken sneller te traceren, controleren, communiceren en te handhaven zijn. Dat is wellicht soms lastig, maar biedt vooral uiteenlopende kansen voor het grijpen.



bottom of page